Laatste

Bescherming (99)

 De bescherming van de goede krachten in de wereld dient het doel van de verdere verfijning van het innerlijk.

Kunnen zij dan niet voor zichzelf zorgen? Waarom is deze hulp nog nodig? Ze zijn toch niet voor niets bewust geworden van hun verleden en van de bedoeling van hun actuele leven?

In de ontwikkeling van het bewustzijn speelt de aarde een essentiële rol.

Er is geen andere plaats waar de misleiding, de camouflage, de maskering zo diep is doorgedrongen als juist daar.

In de werkelijkheid van de andere zijde kunnen er geen maskerades plaatsvinden door het negatieve. Het goede kan zich vermommen maar niet om de ander kwaad te doen maar om deze lagere mens te bestuderen.

Het negatieve zelf is aan de andere zijde open aanwezig, ze doen zich niet beter voor dan ze zijn. Ze kunnen niet anders. Waarom niet? Omdat ze enkel over de hoogte beschikken die ze innerlijk hebben bereikt.

Op aarde kunnen zeer slechte mensen zich als zeer goede mensen voordoen. Ze kunnen dit omdat de natuurlijke doorschouwing ontbreekt.

In een sfeer doorziet men de ander als men van een hogere sfeer afkomstig is. Op aarde doorziet een goed mens een slecht mens niet. Waarom niet?

Omdat de aarde een wereld van vormen is en deze vormenwereld heeft men zo in zich opgenomen als beeld en werkelijkheid, dat het vermogen door iemands verschijning heen te zien nauwelijks of helemaal niet aanwezig is.

Doorzien gebeurt vanuit het gevoelsweten.

Men voelt de ander aan in de kern van zijn wezen. Dit vermogen wordt van de mens afgenomen zodra deze op aarde geboren wordt.

Een baby doorziet nog, maar een peuter verleert het al. Wendt zich al af.

Iemand doorzien wordt als onfatsoenlijk ervaren, als te indringend en te opdringerig. Men voelt zich er geforceerd onder.

Waarom wordt dit afgeleerd? Omdat het de vorming van een maatschappij in de weg zou staan.

Wanneer de directe eerlijkheid zou worden toegelaten, zou er geen gemeenschap, samenwerking of onderlinge afspraken kunnen worden gemaakt.

De maatschappelijke samenhang bestaat uit het gegeven dat we ons aan algemene regels en patronen houden. Alleen in kleine, veilige kring mogen we een zekere vorm van openheid beleven.

De gevoelsopmerkzaamheid die in het kleine kind nog aanwezig was, is in bijna ieder mens nauwelijks werkzaam. Het gevolg is dat we in onze relatie met anderen voortdurend verward raken of we de ander wel of niet goed hebben begrepen of hebben aangevoeld.

We staan gemankeerd tegenover de ander, ontdaan van onze meest aanwezige en ontwikkelde vermogens.

De maatschappij kan ons alleen gebruiken in gemankeerde vorm, in een vorm van onvolledigheid.

Het is door deze levensbenadering dat veel mensen heel soms een innerlijke doorschouwing beleven, maar dit gaat dan zo snel dat men dit eerste aanvoelen laat voor wat het is.

Het volgende moment is men het alweer vergeten. Zoals men ook een droom vergeet, zoals men ook niet meer weet wat men vorige week heeft gedacht.

De verbinding met de werkelijkheid is zo vluchtig gemaakt en de concentratie op de aardse algemeenheid is zo nadrukkelijk geoefend dat we ons niet bewust zijn van deze inperking van onszelf.

Het is hierdoor dat zelfs de meest bewuste mens besmet wordt door de onafgebroken invloed van de vorm als overheersende tegenhanger van het gevoel.

Veel energie is nodig om elke dag terug te keren naar de zuiverheid van het opgebouwde innerlijk.

Deze terugkeer is als een lange reis die per keer ondernomen moet worden, per keer andere blokkaders en hindernissen zal laten ervaren, per keer een andere redenering moet leren doorgronden.

Overal om ons heen heerst de vluchtigheid, de ontkenning, de schijn. Al dit is zo veelvuldig aanwezig dat een groot isolement noodzakelijk is om de eigen innerlijke opbouw recht te doen.

De hulp van de andere zijde is geen teken dat men zwak is, maar een signaal dat men geborgen is in de bedding van het doorgaande leven.

Geen plaats is zo moeilijk om in volledige, innerlijke rechtheid te leven als de aarde. Maar zij die deze rechtheid ten volle nastreven en zich daarvoor al vele levens hebben ingezet, worden behoed en gesteund.

Niet omdat ze zwak zijn, maar omdat ze op speciale momenten in hun leven de hulp ontvangen die hun innerlijk op dat moment het meest tot ontwikkeling zal dienen.

Theije Twijnstra

Ingreep vanuit de andere zijde (98)

Maar zij die vanuit hun geweten leven, zijn niet alleen verbonden met hun levensplan, maar ook met hen die bij de uitvoering behulpzaam zijn.

Wie zijn deze helpers? Vrienden vanuit de andere zijde die op cruciale momenten hun krachten laten voelen, hun kennis laten weten, hun ervaring delen.

Ze zien vanuit een veel groter gevoelsbereik welke val er wordt opgesteld en volgen de stappen die worden gezet in dit duivelse spel.

Heeft de betrokkene dan niets in de gaten?

Ja, dat heeft deze wel. Maar ook in deze mens speelt zich de strijd af of er juist gevoeld wordt. Is die vrouw inderdaad een onderdeel van een duister plan of is hij onnodig angstig?

Openheid vanuit het geweten heeft het risico dat men misleid wordt terwijl men denkt met een goed en zuiver iemand van doen te hebben.

Waar ligt de grens tussen miskenning en waarschuwing? Tussen oprechte argwaan of ongefundeerde angst?

Dit is de strijd van elk goed mens. Deze wil openstaan, in vertrouwen iemand tegemoet gaan. Deze wil niet met vooroordelen en argwaan door het leven gaan, juist de spontaniteit en de persoonlijke aandacht komen voort uit innerlijke krachten waar velen jaloers op zijn.

Zie ik het goed? Ben ik zorgvuldig genoeg in mijn opmerken? Zie ik niets over het hoofd? Is die ander werkelijk zo geïnteresseerd? Waarom stel ik mezelf al deze vragen? Komen ze uit mijn innerlijk of word ik gewaarschuwd?

Opnieuw is een ontmoeting gepland. Er zijn anderen bij, alles is vriendelijk en ontspannen, van verleiding is geen sprake, deze persoon is echt geïnteresseerd en wil graag helpen. Ze heeft geld, ze heeft contacten, en ze weet hoe moeilijk het is om met werkelijke kennis naar buiten te treden. Om gehoor te vinden in deze wereld van deceptie en bedrog.

De onzichtbare vrienden volgen de ontwikkelingen en zijn er ook bij als er opnieuw een ontmoeting plaatsvindt waarin de werkelijke val zal worden opengezet.

Waar zijn de anderen? Verhinderd, helaas. Maar ik heb wat punten op een rij gezet. Er wordt gegeten, er is wijn, alles is schijnbaar open en ontspannen en toch vindt er op dat moment een ingreep plaats. Een inwerking vanuit de andere zijde en deze inwerking toont de vrouw in haar ware gedaante.

In een flits verandert zij van een beschaafde, aardige  en uiterst geïnteresseerde in een met maden doorgroefd wezen. Overal kruipen de larven haar huid in en uit en daarbij laat ze een lach zien die zo donker is dat al het licht wordt weggetrokken. Een moment van volle duisternis sluit deze flits af en daar is ze weer als voorheen.

Maar de ander weet genoeg. Beleefd maakt hij het gesprek af, verontschuldigt zich voor de haast waarmee hij vertrekken moet en dankt vanuit de grond van zijn wezen voor dit inzicht.

Theije Twijnstra

De onbevreesden (97)

Om deze mensen te kunnen doorzien, zal hun werkwijze en hun persoonlijkheid begrepen moeten worden.

Zijn dit psychopaten? Zijn ze krankzinnig? Welke rol speelt het geweten in hun leven?

In hun innerlijk speelt zich een wonderlijk fenomeen af. Ze zijn zo doordrongen van angst dat ze zolang ze zich op de bestrijding ervan richten geen angst meer ervaren. Ze zijn door hun concentratie op het uitbannen van deze angstherinnering boven de algemene angstgrens uitgegroeid.

Concreet betekent dit dat ze verder gaan dan wie ook als het om het uitdenken en uitvoeren van de angstbestrijding gaat. Er is in deze mensen geen morele rem meer aanwezig. Alles is geoorloofd om de angst de baas te worden, om veilig te zijn, om niet bedreigd te kunnen worden.

Begrijp de werking van het denken: het is geconcentreerd gevoel. Begrijp het ontstaan van gevoel: het zijn gebundelde ervaringen.

Begrijp dat naarmate deze ervaringen dieper zijn beleefd er eveneens krachtiger motivaties uit voort zullen komen.

Deze mensen worden niet gekend, niet doorschouwd. ze zorgen ervoor dat dit niet kan gebeuren. Ze zijn raadselachtig, geheimzinnig, ze zijn altijd een stap verder dan de rest. Ze weten te verrassen, ze weten waar de ander terugdeinst, als een laserstraal voelen ze tot waar iemand durft te gaan en welke grens hen tegenhoudt.

Begrijp dat zij vele mensen in zich dragen, vijanden, meelopers, en zij die ze vrezen. Vrezen? Zijn er dan nog mensen die ze vrezen?

De mensen die ze vrezen zijn de mensen die op basis van hun verleden niet meer bang te maken zijn. Ze weten iets, ze zien iets, ze dragen een geheim in zich waardoor ze niet bevattelijk zijn voor de vele middelen die deze duistere mensen kunnen inzetten. Onbevreesdheid jaagt hen angst aan.

Waarom, zo vragen deze duistere mensen zich af, waarom zijn deze mensen niet bang voor mij? Welke verborgen kracht bezitten deze mensen? Waarom krijg ik deze mensen niet onder mijn macht? Iedereen moet toch te breken zijn?

Deze onbevreesde mensen worden eerst langs de gebruikelijk weg benaderd met aantrekkelijke aanbiedingen, mogelijkheden, kansen. Maar ze worden beleefd afgeslagen.

Waarom bijten ze niet toe?

Grotere beloften worden ingezet, maar de reactie blijft dezelfde. Ze hoeven deze giften niet, ze talen niet naar rijkdom of invloed, ze hebben andere doelen voor ogen.

Als de weg van de verleiding niets oplevert, wordt de tactiek gewijzigd. Wie zijn deze mensen? Wat zijn hun zwakke plekken? Welke onvolkomenheden zijn in hun verleden te ontdekken?

Er wordt gegraven, er wordt gezocht, de kleinste oneffenheid wordt naar bovengehaald. Maar ook als dit gebeurt, raken ze niet in de war. Ze geven toe dat ze fouten hebben gemaakt, ze zien in dat ze toen nog jong waren en onervaren, maar ze hebben geleerd. Ze hebben begrepen. Is een begrepen les niet veel meer waard dan een vlekkeloos verleden? Is het vermogen te kunnen leren niet juist een noodzakelijkheid om de eigen ontwikkeling gaande te kunnen houden?

Opnieuw ketst de aanval af. Waarom lukt het niet deze mensen ten val te brengen? Een volgende stap wordt voorbereid. Laten we een val uitzetten. Denk erover na hoe dit uitgevoerd moet worden. Bedenk iets wat in dat leven past en zorg ervoor dat er een situatie ontstaat waarin deze persoon gechanteerd kan worden. Alle middelen zijn toegestaan. Denk na en breng me binnen een week een plan dat mij zal aanstaan.

De naaste medewerkers spinnen hun plannen. Hierbij gaan ze uit van hun eigen zwakheden, die ander is immers ook een mens?

Ze beramen een val die ogenschijnlijk werkt. De vrouw in kwestie heeft al contact gemaakt met het slachtoffer, langzaam zal ze hem naar het fatale moment leiden. Alles helemaal passend in het leven van de gevreesde persoon. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Elk detail wordt herhaald en bevraagd, aangepast en nog gedetailleerder gemaakt. Het kan niet anders of deze keer zal er een smet kunnen worden aangebracht en met deze smet zal gestreden worden zoals een wapen niet kan.

Theije Twijnstra

De kern van macht (96)

De kern van de maatschappelijke duisternis bestaat uit angst. 

Angst is de uitdrukking van het ontbrekende. Wat ontbreekt is de kennis van de werkelijkheid.

Wie de werkelijkheid leert kennen, stapje voor stapje, leven na leven, zal ontdekken dat er geen reden is voor angst omdat de evolutie als een logisch systeem is opgezet, zo ontworpen dat ieder individu tot dit ontwerp kan doordringen, erdoor verrukt kan raken, erdoor geïnspireerd zal voelen.

Angst is de evolutionaire aanjager van de ontwikkeling van kennis. Zonder deze onkern, dit voelbare ontbreken, zou er geen stuwing zijn deze angst te willen overwinnen.

Vanuit deze achtergrond is angst een fase in de lange weg naar bewustzijn.

In de bestrijding van deze angst worden vele dwaalwegen bewandeld. Dwaalwegen die uiteindelijk leiden tot een andere route om de angst te kunnen doorgronden.

Dwaalwegen die de angst oproept, zijn bijvoorbeeld de strijd om angst te verjagen, de schijn dat er geen reden is om bang te zijn, de ontkenning door middel van de inzet van allerlei materiële ontwikkelingen.

Dwaalwegen omdat ze de kern van angst niet kennen. In deze fase neemt het menselijk bewustzijn de angst voor een werkelijkheid en niet voor een innerlijke ontoereikendheid.

Zij die de macht zoeken zijn dezelfde die de angst het sterkst beleven. Ze weten niet dat angst hen voortstuwt, dat dit ontbrekende in begrip hun aanvuurt tot het bedenken van steeds verdergaande gedachtenconstructies. Voor alles geldt de eigen veiligheid, de eigen onaantastbaarheid, de eigen zekerheid en controle.

Vanuit deze levensbenadering bouwen ze hun leven op. Hoe kan ik veiliger leven? Wat heb ik daarvoor nodig?

Afhankelijk van de innerlijke geschiedenis die aan angst is opgebouwd, ontvouwt zich een levensweg die bij enkele mensen tot extreme vormen van zekerheid en controle worden ontwikkeld.

Alles willen deze mensen beheersen, er zeggenschap over hebben, er invloed over kunnen uitoefenen.

Ze zoeken anderen met dezelfde uitzonderlijke verlangens teneinde vanuit een kerngroep elkaar te kunnen opvoeren tot steeds dieper in de maatschappij doordringende mechanismen.

Het is door hun persoonlijke verleden dat ze nu zo zijn. In dit verleden is veel angst opgebouwd, veel onrecht gevoeld, veel vernedering beleefd.

Het is vanuit deze ervaringen dat ze nu met uiterste krachten en middelen het tegenovergestelde willen bereiken. Nooit meer vernederd worden. Nooit meer verrast worden, nooit meer verraden worden, nooit meer geremd worden. Nu zullen zij degene zijn die alles zullen bepalen.

De innerlijke motivatie is doorleefd en scherp afgesteld. Nu zullen zij de andere zijde beleven. De zijde van de macht, de invloed, de bepaling.

Deze mensen voelen dit verleden zo sterk en zo brandend dat ze bereid zijn verder te gaan dan wie ook. Ze weten immers wat het betekent aan de andere kant te staan, aan de kant van de onderdrukte? Heel hun gevoelsleven en hun denken is gericht op het bereiken van de grootst mogelijke persoonlijke veiligheid.

Ze plaatsen zich in een kring van mensen en middelen. Zij zorgen ervoor dat ze de krachtigste kern worden en zullen vanuit die positie hun radius ontplooien.

Deze mensen bevinden zich in de politiek, in het bedrijfsleven, in grote instellingen. Ze bevinden zich op een maatschappelijk terrein waarmee ze van nature een verbinding hebben.

Wie de andere zijde van de macht heeft meegemaakt, werkt vanuit de angst die is ervaren. Elke ‘leider’ heeft zo een eigen spectrum aan angsten in zich. Gevoelsmotieven die hem of haar naast een scherp verstand een krachtig instinct hebben gegeven.

Het laatste waar je bij deze mensen aan denkt, is angst. Alles straalt tevredenheid uit, zekerheid, gemakkelijkheid, ontspannenheid zelfs.

Maskering van de werkelijkheid is hun sterkste troef.

Theije Twijnstra