Mogelijk dankzij de andere zijde (108)
Wat is het geheim van deze invloed die toch ook van buiten komt? Waardoor verschilt deze van alle andere?
Wanneer iemand door de andere zijde wordt bezield, dan zal er eerst aan een aantal voorwaarden moeten zijn voldaan.
De belangrijkste voorwaarde bestaat uit het vermogen zich in dienstbaarheid te kunnen opstellen tegenover krachten die men niet kent. Waarom zou iemand dat doen? Waarom wil iemand zich openstellen voor iets onbekends?
Iemand is daartoe alleen bereid als deze in de diepte van zichzelf deze inwerkende krachten kan herkennen.
Deze herkenning komt voort uit de opbouw van ervaringen met deze krachten.
Wanneer zijn deze dan opgebouwd?
Dit is gedurende vele levens gebeurd en wanneer men in deze levens zou kunnen schouwen, dan zou men de primitieve magie van de kruidenmeester zien, de tovenaar en de magiër.
Al in die vroegere tijden was er sprake van vertrouwdheid met het onbekende als een dagelijkse omgeving, als een bereikbare werkelijkheid.
In elk leven kwamen andere aspecten van deze verbondenheid met het onbekende tot uiting. Er was de religieuze ervaring, er was de verbondenheid met de natuur, met het dier, met het onbedorvene van een kind.
Zo is door de tijden heen een breed spectrum aan magische ervaringen opgebouwd, de ene gebeurtenis diende als schraag voor de volgende. Dit maakt duidelijk dat alleen degene die deze opbouw heeft beleefd en daarin een steeds grotere overgave ontwikkelde, de enige geschikt persoon is om buiten het concrete om een grotere werkelijkheid te kunnen ontvangen en doorgeven.
Waarom is de een wel bereid deze weg te gaan en de ander niet?
De weg die hier wordt uiteengezet is de weg van elk mens. Elk individu zal deze route meemaken, maar ieder vanuit een geheel eigen invalshoek en opbouw. Maar de weg naar de werkelijkheid die de aardse weg ontstijgt, is voor iedereen bereid en bereikbaar. Alleen de ene mens zal daar eerder zijn dan de andere. Dit hangt samen met het ontwikkelde bewustzijn.
Bewustzijn betekent: ik heb gevoeld. Ik heb begrepen. Ik heb verwerkt. Ik ben bereid. Ik zal vanuit deze achtergrond voortbrengen.
Begrijp dat degene die al in staat is tot overgave aan het niet aardse, gelijk is als de mens die deze inspireert, aanzet tot diepere aanwezigheid en aandacht.
Hetzelfde type mens alleen op een andere plaats in de evolutie.
Het is dankzij deze wezenlijke overeenkomst dat de overdracht kan plaatsvinden, dat de bezieling kan vonken en aanslaan.
Daar staat deze geheimzinnige boodschapper. Ogenschijnlijk een gewoon mens, maar in de kern een ander wezen.
Het andere is zijn voorsprong in kennis en liefde. Het onbekende is zijn inzicht en overgave.
Wat deze mensen daar beleven komt overeen met wat ze beleven via de wonderen der natuur. Er is ontzag voor een hevige storm, er is eerbied voor een denderende waterval, zo ook is er hier achting voor dat onbevattelijke wat hen lijkt te kennen, te doorgronden en hen wil helpen zichzelf terug te vinden.
Deze bezielende boodschapper wordt omringd en doortrokken van niet aardse inwerkingen. Door deze mens stroomt de grenzeloosheid van het doorgaande. Met alles voelt deze ontvangende een verbinding, beleeft hij samenhang en ordening, komen de juiste vergelijkingen naar voren zodat het gehoor in alledaagse woorden het eeuwigdurende kan beleven.
De tempel is geopend. De wachters zijn geplaatst, de boodschappers hebben hun plaats ingenomen, de inwijding begint.
Theije Twijnstra
Een herinnering aangeraakt (107)
Zo leert elk mens al heel jong om zichzelf af te sluiten met argwaan, met voorzichtigheid, met berekeningen, met aanpassingen, met camouflage, met schijn, met meedoen met wat de ander doet.
Erbij willen horen wordt het alternatieve thuis van wat nog niet zo lang geleden een eigen werkelijkheid was.
Het is door de invloed van de directe omgeving op elk kind dat een gedrag wordt gevormd. Het is door dezelfde bron dat deze beïnvloeding zo alom aanwezig is dat niemand meer in de gaten heeft wat er werkelijk in het gevoelsleven gebeurt.
De stille omwenteling die zich daar afspeelt, is als de terugtrekking van een gewond dier. En omdat iedereen dit meemaakt, wordt het als een natuurlijke ontwikkeling gezien.
Het wordt socialisering genoemd. Het wordt samenwerking genoemd. Het wordt gezelligheid genoemd.
Er zijn vele woorden door ontstaan die het schijnbaar vanzelfsprekende van wat zich voltrekt, moeten onderstrepen.
In werkelijkheid wordt ieder individu stelselmatig losgeweekt van zijn innerlijke ordening en begrepenheden.
Daarvoor in de plaats komt een tweede zelf naar voren.
Het zelf dat zich zo goed mogelijk heeft leren beschermen tegenover de buitenwereld. Maar deze bescherming, in het begin bewust en actief aanwezig, wordt alleen nog in de puberteit beproefd waarna de meesten het gevecht staken, zich overgeven aan de macht die hen door de maatschappelijke regels en voorwaarden zal leiden.
Het is in deze laatste fase dat de mens zo maximaal mogelijk door de maatschappij wordt opgenomen.
De sturende en dwingende krachten van de wereld kunnen op basis van het voorwerk dat is uitgevoerd door familie en school, nu hun volle invloed doen laten gelden.
Begrijp dan ook wat er gebeurt als deze lang verlaten en geïsoleerde plaats in het innerlijk ineens wordt aangeraakt, erkend en als werkelijke identiteit naar boeven wordt gehaald.
Begrijp dat er een nieuwe geboorte plaatsvindt, een herinnering aan het geopende en natuurlijke, aan het wonderlijke en dankbare, aan het eerste en het ontdekkende.
Voor het eerst wordt de mens benaderd vanuit dezelfde openheid en leergierigheid als deze zelf ervoer aan het begin van het leven.
Niet eerder werd deze benadering ervaren. Wat maakt deze aanraking zo anders dan alle andere? Waardoor gaan er nu geen alarmbellen af? Waarom is er geen argwaan, geen voorzichtigheid, geen wantrouwen?
Het komt omdat er geen extern belang in het spel is. Wat zich daar afspeelt, betreft de mens in zijn oorspronkelijke aanleg. Niet in zijn bedachtheid, niet in zijn opgebouwde positie of maatschappelijke belangrijkheid.
Men wordt aangesproken vanuit de directheid van het gevoel. Gevoel staat tegenover gevoel. Openheid staat tegenover openheid. Vrijheid staat tegenover vrijheid.
Men beslist zelf wat men toelaat, men ontvangt in de maat waarin men bereid is te ontvangen. Er is geen dwang, er is geen voordeel noch een belofte, er is geen vervorming, geen addertje onder het gras.
Er is alleen een ontmoeting die anders alleen buiten de aarde kan plaatsvinden. Even is er geen aarde, geen tijd, geen beperking.
Even is daar de werkelijkheid waarmee eenieder al zolang een eenheid vormt.
Theije Twijnstra
De natuurlijke leerling (106)
Omwentelingen vinden plaats op de tijd die daarvoor is opgebouwd.
Heel precies en meestal voor velen onmerkbaar, groeien vele verbindingen naar elkaar toe zodat daarna de lijnen samenkomen in een niet eerder waargenomen samenhang.
Het geheim van elke verandering bevindt zich in de kern van de opbouw die ermee verbonden is.
Waar de oude macht gebruik maakte van vele beproefde technieken zoals misleiding, manipulatie en eenzijdige belichtingen, daar is de opbouw van een werkelijke verandering gebaseerd op de rechtstreekse aanraking van het innerlijk gevoelsleven.
Vanaf het eerste moment beleeft de mens dat het anders is, dat het klopt, dat het eerlijk is en eenvoudig, dat het zonder overdrijving is en geen verwachtingen aanwakkert, maar aanzet tot zelfonderzoek, inspireert tot het waarmaken van dat wat voor het eerst in alle duidelijkheid als het meest eigene naar voren is gebracht.
Wat is er gebeurd?
In elk mens speelt zich de werking van de evolutie af. De intensiteit van deze werking hangt samen met het ontwikkelde gevoelsleven dat deze invloed kan opmerken.
Wanneer een mens aan het aardse leven begint, is het innerlijke leven door de toestand waarin het zich daarvoor bevond, tot rust gekomen. Alle ervaringen van het leven ervoor zijn ingezonken, hebben als sneeuwvlokken elk hun plaats ingenomen.
Hierdoor is het in die mens tot rust gekomen. Niet dat alle herinneringen zijn verwerkt, maar wel dat alle herinneringen op de plaats zijn geordend waar ze krachtens hun mogelijkheden behoren te zijn.
Zo zal de ene herinnering bij activering vooral een blij gevoel oproepen en bij een andere herinnering zal elke invloed van buitenaf als pijnlijk of verwarrend worden ervaren.
Maar nu het kind zojuist ter wereld is gekomen, is alles rustig en ontspannen. Uitzonderingen hierop vormen zij die door een trauma uit het leven zijn gerukt. Het verlangen het vorige leven te voltooien brengt hen naar de aarde nog voordat deze innerlijke ordening heeft kunnen plaatsvinden.
Maar voor de meeste mensen geldt dat zij vanuit een innerlijke ontspanning aan het aardse leven beginnen.
Het is door dit rustige begin dat kinderen een open gemoed hebben. Ze zijn bereid alles in zich op te nemen, te verkennen, te ontdekken, waar ben ik terechtgekomen? Wat is dit voor een wereld?
De meest gemotiveerde wetenschapper kruipt daar over de grond. Dit kind wil weten. Dit kind wil ervaren. Dit kind staat open voor alle invloeden en straalt van verwondering en aandacht.
Dit is de natuurlijke leerling van zijn omgeving. Niets ontgaat dit kind en door deze grote openheid zal ook de eerste teleurstelling snel volgen. Een te hard geluid, een onverwachte reactie, een lach die niet klopt, het wordt geregistreerd, hoe pijnlijk dit ook is.
Maar deze invloeden zijn nog overzichtelijk, ze vinden nog geïsoleerd van elkaar plaats waardoor er een tussenruimte is waarin verwerkt kan worden. Waarin de ervaringen kunnen neerdwarrelen, op de goede plaats kunnen vallen.
Lang duurt deze eerste overzichtelijke periode niet. De opbouw van de voortdurende invloed vanuit de wereld is begonnen. Er blijft maar één mogelijkheid over: je verbergen.
Terugkeren naar een plaats in jezelf waar je veilig bent. Waar niemand meer kan komen.
Theije Twijnstra
Het begin (105)
Maar hoe moet dit gebeuren als nog zo veel mensen nauwelijks kennis hebben van zichzelf? Hoe zullen ze in staat kunnen zijn anderen op zichzelf te wijzen terwijl ze zelf nog volledig door de oude werkelijkheid zijn bevangen?
Aan elke verandering gaat een vaak onzichtbare voorbereiding aan vooraf.
Wie vermoedt onder de droge bodem van een woestijn een bloemenfeest? Toch is het daar in de kern aanwezig, verborgen voor het zonlicht, maar klaar om te ontkiemen als de regen zal vallen.
Zo ook zal de omwenteling aan de ene kant de kiemen hebben klaargelegd en aan de andere kant genoeg geduld en geloof in zich hebben om op het juiste moment deze kiemen te bezielen.
De kiemen liggen in het gevoelsleven van een toenemend aantal mensen dat zich niet meer wil conformeren aan de vele halve en hele onwaarheden die door de macht worden verteld. Ze hebben genoeg gezien wat illusies bleken te zijn, ze hebben te vaak geloofd wat men hen voorschotelde aan beloften en betere plannen.
Keer op keer hebben ze deze leiders de kans gegeven hun leugens te herstellen, er deze keer wel iets van waar te maken, maar op een zeker moment wordt een grens overschreden, wendt ook de meest trouwe aanhanger zijn gelaat af omdat deze het niet langer kan aanzien hoe er wordt gedraaid, bedrogen en verborgen gehouden.
De regen zal van hen komen die deze teleurgestelde mensen zo zal weten te raken dat ze niet meer herinnerd worden aan allen die hen zo vaak hebben toegesproken.
Wat ze dan horen is iets heel anders. En wat ze voelen raakt hen diep. Er is geen vergelijking te maken, want nu ontbreken de beloften, de verhullende woorden, de zelfverzekerde toon die eerst nog zo veel vertrouwen schonk, maar die zich omkeerde tot bloedeloos gebral.
Wat ze nu horen is iets heel anders. Het gaat niet meer over anderen, over wat zij verkeerd doen. Het gaat niet meer over tekorten, over misstanden, over oplossingen die veel beter zullen werken.
Deze keer gaat het over henzelf. Iedere aanwezige wordt persoonlijk aangesproken. En wat er wordt gezegd, is waar. Het dringt direct door tot het gevoel, het gaat voorbij aan alle redeneringen, argumenten, bedenksels van jan en alleman.
Wat ze nu beleven, maakt hen stil.
Wat gebeurt er in mij? Waarom word ik zo anders, zo zonder tijd? Zo zonder plaats? Ben ik hier wel? Waar ben ik? Word ik betoverd? Bevind ik me in een waan?
Maar daarna weten ze dat deze gedachten er alleen maar zijn om de overgang naar hun diepere identiteit mogelijk te maken. Deze vragen horen bij de overgang tussen de schijn van de buitenwereld en de ongelooflijkheid van wat zich in hen bevindt.
Sommigen voelen dat tranen ontstaan, dat er iets in hen verschuift, alsof er een opening wordt gemaakt, een verbinding tot stand kan komen.
Men is in zichzelf, de omgeving valt weg, alles valt weg, men blijft alleen over. Alleen met zichzelf.
En in deze alleenheid beleeft men de ontmoeting met krachten die men al zo lang vergeten was.
Maar dan zijn ze weer. De aandacht, het geduld, de moed, het doorzettingsvermogen, de kracht, de eenvoud, de genegenheid, de betrokkenheid.
Alle kiemen komen tot bloei, de ruimte verandert in een geestelijk bloemenland. Alle harten zijn ontvankelijk geworden en laten zich aanraken.
Klein is nog dit begin. En snel wordt alles weer vergeten, uitgewist door het indringende van het dagelijkse leven.
Maar dit voorbij is geen wezenlijk voorbij, alleen een schijnbaar voorbij. Want zij die durven, beginnen er over te praten met anderen die ze vertrouwen. Zonder dat ze zich hiervan bewust zijn, verspreiden ze de inwerkende invloed van de aanraking die ze hebben beleefd.
Geïsoleerde momenten versmelten zich met andere op zichzelf staande gebeurtenissen, ze worden een veld, een land, een wereld.